Dick Aerts  volgde de opleiding monumentale vormgeving aan de Academie voor Beeldende  Kunsten te  Utrecht van 1977 tot 1982. In deze periode kreeg hij les van beeldhouwer Jan van Luijn, die hem bijzonder inspireerde en hem de ogen opende voor de klassieke beeldhouwtraditie.

Het materiaal waarin zijn beelden uiteindelijk worden uitgevoerd is brons. Dit brons wordt niet gepatineerd volgens een standaardprocédé, doch aangepast aan de specifieke expressie van het beeld. Zo zijn er beelden die een glanzend zwarte huid krijgen om te komen tot een optimale esthetiek en anderen die het karakter krijgen van een bodemvondst om de tijdloosheid van het beeld te versterken.

De werkwijze van Dick Aerts laat zich omschrijven als expressionistisch, met een zeer beweeglijk fris modelé, waar de wijze van boetseren zich laat volgen door vlotte toetsen, vinger- en handafdrukken.

Veel voorkomende thema’s zijn: scepters, vorsten, dames, allegorische en mythologische figuren.