Verhaal van Gunter Wagner, „Luilekkerland“
Al snel komt er een zin in mijn hoofd : “My home is my castle”. Maar zelfs een idyllisch klein huisje kan gauw een gevangenis worden, met onderhuidse spanningen en kwakkelende familieverhoudingen. Het werkt heel betoverend wat de, van geboorte uit Wanfried komende, kunstenaar gemaakt heeft. Huis-objecten van styropor en bamboe, gips en glazen stuiters, op een betonnen sokkel gezet, gekleurd en met wax afgestreken. In de meestal vensterloze modellen met typische schoorsteen, vindt hij verrassende- of sprookjesachtige metaforen. ‘In het spiegelen slaapt de droom”, noemt hij een huis gemaakt van spiegels, met uit de schoorsteen een blauwe rookwolk. In “Com Forme” laat hij een wafelhuisje zien op een rode wolk met plastic bestek. Uit de schoorsteen van het model “Farol”krult een wolk van gewaxt perkament als een spiraal, met een gekleurde stuiter als kers op de taart. Uit het huis-object “messenlicht” rijgen messen vorken en lepels zich tot een sliert wolken. Een ander huis-object wordt een geometrische toren met sprekende verspringende vlakken, van steeds kleiner wordende huisjes, gemaakt van telkens andere materialen. Het is een hele eigenzinnige collectie, die Wagner hier laat zien. Droomhuisjes die in geen enkele catalogus te vinden zijn, alleen in de fantasie bewoonbaar, zoals ook het rode gewaxte wafel-knabbelhuis. En waarom heet deze serie huis-objecten “Schlaraffenland”? (Luilekkerland?) Achter dit woord verbergt zich een kosmos van mensendromen; van ergens een andere plaats voor een beter leven, vol associaties, en heerlijk vreemd!